De wetgever heeft de wet Passend Onderwijs augustus 2014 in werking laten treden. Alle scholen zijn sindsdien verplicht om passend onderwijs te bieden en er voor te zorgen dat belemmeringen in de school zo veel mogelijk weggenomen zijn opdat zo veel mogelijk kinderen van het onderwijs gebruik kunnen maken ongeacht handicap of stoornis. Dit vraagt veel van de school. Dat kan de school niet alleen. Alles is er dan ook op gericht om dit samen te doen met ouders, leerkrachten, ondersteuningsteam en eventueel een externe instelling.
Iedere school is verplicht een SchoolOndersteuningsProfiel (SOP) op te stellen. Het SOP maakt duidelijk wat de school aan passend onderwijs kan bieden. Op onze school werken we hard om passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen mogelijk te maken. Hiertoe hebben we een zorgroute vastgesteld, werken we nauw samen met het Samenwerkingsverband en de Schoolbegeleidingsdienst KlaaRR en doen we jaarlijks aan deskundigheidsbevordering.
Niveaus in zorg
Sommige leerlingen hebben enige extra steun nodig ten aanzien van gedrag of leren. Voor 90% van de leerlingen is dit voldoende en we noemen dit basisondersteuning op niveau 1.
Sommige leerlingen hebben meer dan de basisondersteuning nodig. Als de school en de eigen leerkracht deze ondersteuning zélf kan bieden in de groep, spreken we over niveau 2. Er is een aantal kinderen dat voor één (of soms meerdere) leergebied(en) middels een individueel handelingsplan werkt op niveau 2. Hierin staat heel specifiek omschreven wat er extra geoefend moet worden, hoe dat aangepakt wordt, wie dat uitvoert, wat het doel is en wanneer dat doel behaald moet zijn. Een handelingsplan is altijd voor een vaste periode van 6 tot 12 weken. Aan het begin en eind van het handelingsplan wordt u als ouder door de leerkracht uitgenodigd om het plan samen door te nemen.
Soms is de eigen expertise van de school niet voldoende en is specifieke deskundigheid van buiten de school nodig. Dit noemen we ondersteuning op niveau 3. De school maakt een plan voor de extra ondersteuning dat met hulp van bijvoorbeeld een Ambulant Begeleider (ab) geschreven wordt. De extra ondersteuning wordt in of naast de groep gegeven, niet door de eigen leerkracht maar door bijvoorbeeld een leerkracht met ondersteunende taken en/of specifieke deskundigheid.
Interne begeleiding
Interne begeleiding De intern begeleider is een leraar met speciale taken die in de school belast is met de coördinatie van de begeleiding van de aandachtskinderen en het begeleiden van de groepsgewijze toetsen van het leerlingvolgsysteem. Bij ons is dat Nelleke Haarman.
Multisignaal
Soms heeft een kind of jongere ondersteuning nodig tijdens het opgroeien. Dan kan het gebeuren dat meerdere professionals tegelijkertijd bij een kind/jongere betrokken zijn of ondersteuning bieden. Het is belangrijk dat deze professionals dit zo snel mogelijk van elkaar weten, zodat er snel samengewerkt kan worden. Via MULTIsignaal maken organisaties hun betrokkenheid bij een kind/jongere kenbaar. En MULTIsignaal verbindt professionals die betrokken zijn bij hetzelfde kind, of een broertje of zusje. Montessorischool Landsmeer vindt het belangrijk om met andere professionals en het gezin samen te werken. Zo zorgen we voor samenhangend plan, passend bij het kind/de jongere en het gezin. Om deze samenwerking te bevorderen geven wij in MULTIsignaal aan dat we betrokken zijn bij kinderen/jongeren die bij ons zorg/hulpverlening ontvangen. Kijk voor meer informatie op www.multisignaal.nl/regio-amsterdam
De zorgroute in vogelvlucht
De zorgroute beschrijft de opeenvolgende stappen die ouders en school samen zetten als er zorg is om de leerontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling of om de gedragsontwikkeling.
Collegiaal overleg
Na een voortraject waar de leerkracht gesignaleerd heeft dat er hulp nodig is en de leerkracht al heeft overlegd met de directe collega’s in de bouw en met u als ouder, wordt de volgende stap gezet. Deze volgende stap is een gesprek met de interne begeleiding (ib). De leerkracht en de ib bespreken samen wat een passende actie is; dat kan een observatie zijn, het afnemen van een leervorderingentoets, het aanpassen van leerstof voor een korte periode en een gesprek met de ouders over de aanpak.
Leerlingbespreking
We kunnen vanuit het overleg tussen leerkracht en ib als aanvulling besluiten om de leerling te bespreken in de leerlingbespreking. Minimaal driemaal per jaar wordt een leerlingbespreking met het hele team gevoerd. Er wordt veel waarde gehecht aan de gezamenlijke leerlingbespreking omdat tijdens deze bespreking de kennis van alle leerkrachten kan worden gebundeld. De meeste leerkrachten kennen de besproken leerling(en). Soms heeft een collega de leerling als onderbouwer (groep 1 en 2) in de klas gehad of zit het kind in de parallelle groep. Door de gespreksvorm ligt de nadruk op wat ‘dit kind’ en ‘deze leerkracht’ nodig hebben in de dagelijks gang van zaken.
Ondersteuningsteam
Het kan voorkomen dat een kind in de leerlingbespreking is besproken en misschien ook via KlaaRR is onderzocht, maar dat na verloop van tijd moet worden geconstateerd dat er toch niet voldoende voortgang is. In dat geval wordt aan de ouder(s) voorgesteld hun kind te bespreken in het Ondersteunings Team (OT). Dit team komt minimaal vier keer per jaar bijeen en ouder(s) zijn hierbij altijd uitgenodigd en aanwezig. Het OT bestaat uit de ouder(s), de leerkracht, de interne begeleiding, de directeur, de schoolondersteuner van KlaaRR en het schoolmaatschappelijk werk. De belangrijkste vraag tijdens dit gesprek is wederom: ‘wat hebben dit kind en deze leerkracht in deze groep en op deze school nodig om beter te functioneren?’. Eén van de uitkomsten kan zijn dat naast de aanpak in de groep en eventueel ook thuis, er externe hulp nodig is. Aangezien de schoolondersteuner en het schoolmaatschappelijk werk deelnemen aan het OT zijn de lijnen kort en kunnen er direct afspraken gemaakt worden voor het in gang zetten van de externe hulp.
Verwijzing Speciaal Basisonderwijs en Speciaal onderwijs
De Montessorischool Landsmeer spant zich in om conform onze montessorivisie alle kinderen een passend onderwijsaanbod te doen. Er worden vanuit de school nauwelijks verwijzingen gedaan naar speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Toch komt het voor dat we samen met ouders moeten concluderen dat hun kind meer en misschien ook ándere hulp nodig heeft dan de school kan bieden. B.O.O.T. helpt school en ouders dan bij het vinden van een passende school en B.O.O.T regelt de overstap naar de nieuwe school met de ouders.
Gesteld kan worden dat de structuur met betrekking tot de leerlingenzorg goed is ingeroosterd in de jaarplanning en de zorgroute voor iedereen duidelijk is. Twee keer per jaar worden de opbrengsten van het onderwijs geëvalueerd.
B.O.O.T.
Als ouders en school naar vermogen alles 'uit de kast' hebben gehaald om de leerling in zijn /haar ontwikkeling vooruit te helpen maar het is nog niet voldoende, dan kunnen ouders en school een beroep doen op het Breed Onafhankelijk OndersteuningsTeam van ons samenwerkingsverband (B.O.O.T.)
B.O.O.T. bespreekt het dossier in hun multidisciplinaire team, heeft een intake met de ouders en neemt als het nodig is (aanvullend) onderzoek af. Als alle informatie is verzameld en beoordeeld, worden ouders en school uitgenodigd door B.O.O.T. om op basis van het advies vanuit het B.O.O.T. samen met ouders en school tot een gezamenlijk besluit te komen.
Onderzoek via KlaaRR
Samen met u als ouder kan school op ieder moment in de zorgroute via KlaaRR een onderzoek aanvragen. KlaaRR is de Educatieve partner voor onze school die op vele gebieden ons onderwijs en speciale zorg voor leerlingen helpt ondersteunen. Het individuele onderzoek dat we dan kunnen laten afnemen door KlaaRR moet duiding geven en antwoord op onze vragen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een intelligentieonderzoek, neuropsychologisch onderzoek, een dyslexieonderzoek, een rekenonderzoek of een hoogbegaafdheidsonderzoek.
Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Voor een aantal leerlingen waarvoor extra ondersteuning noodzakelijk is én de einddoelen van de basisschool niet gehaald zullen worden, wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) geschreven. In het OPP staat omschreven wat de problematiek is, welke positieve en negatieve factoren meespelen, welke ondersteuning nodig is en wat het perspectief richting het uitstroomniveau voortgezet onderwijs is. Hoe de extra ondersteuning eruit kan zien wordt bepaald door de bevindingen van het ondersteuningsteam (OT), deskundigen van buiten de school zoals KlaaRR en/of B.O.O.T. en ambulante begeleiders. De extra ondersteuning kan alle leer-en gedragsgebieden bestrijken, behalve dyslexietraining omdat deze onder ONL valt.
Dyslexie en Zorg (ONL)
De Montessorischool Landsmeer school werkt volgens het landelijke protocol dyslexie met de drie vaste toetsmomenten en het uitvoeren van extra leesinstructie en oefentijd.
Na het eerste jaar leesonderwijs (groep 3) met daarin twee officiële toetsmomenten (januari en juni) bekijkt de school of er sprake is van een trage maar normale leesontwikkeling of dat er een vermoeden van dyslexie bestaat. De leerkracht biedt de leerling extra leesinstructie aan en intensiveert het aantal leesmomenten op een dag. Hierbij is extra inzet nodig van een leesouder, iemand met een onderwijsbevoegdheid en het thuisfront. Als na twee periodes van intensief oefenen (individuele instructie en oefenen op school én thuis) en het derde toetsmoment in januari in groep 4 blijkt dat er meer aan de hand is, dan kan uw kind door Onderwijs Zorg Nederland (ONL) op dyslexie onderzocht worden. De intern begeleider kan de ouder(s) hierover desgewenst informeren. We weten uit ervaring dat als een kind wordt aangemeld voor dyslexieonderzoek meestal eind groep 4 en begin groep 5 een goed moment is. De leerling heeft dan de leeftijd en ontwikkeling bereikt waarop het intensief kán oefenen met lezen en spellen.
Leerlingvolgsysteem
De intern begeleider coördineert in de school de afname van de gestandaardiseerde toetsen die we twee keer per jaar afnemen. Het gaat dan om toetsen voor de vakgebieden taal, rekenen en spelling voor de midden en-bovenbouw. In de onderbouw krijgen alleen de kinderen van groep twee, eenmaal een gestandaardiseerde toets lees - en rekenvoorwaarden. Van ieder kind volgen we op die manier door de jaren heen de ontwikkeling van het leren.
Naast de leerontwikkeling is minstens zo belangrijk de sociaal-emotionele ontwikkeling. We gebruiken in de groepen het programma Rots&Water en als leerlingvolgsysteem gebruiken we het instrument ZIEN!
ERDW
In schooljaar 2016 - 2017 heeft een teamscholing van de Schoolbegeleidingdienst Zaanstreek Waterland (KlaaRR) over ERDW (ernstige reken- & wiskundeproblemen) plaatsgevonden. Twee leerkrachten zijn opgeleid tot rekencoördinator. De lijn ERDW (ernstige reken- & wiskundeproblemen) en daarmee het dyscalculieprotocol - dat gezamenlijk is opgesteld met alle Esprit basisscholen - is in schooljaar 2017 - 2018 opgenomen in de zorgstructuur. De school volgt hiermee de landelijke ontwikkeling ERWD.
Plusklas Vostok en Ambulante begeleiding Laika
Het Samenwerkingsverband biedt de mogelijkheid om kinderen deel te laten nemen aan de Plusklas. De Plusklas is voor kinderen met een buitengewone begaafdheid en meestal ook met een ontwikkelingsvoorsprong op één of meerdere leerstofgebieden. De school heeft tot nu toe ieder jaar één of een aantal kinderen dat deelneemt aan deze Plusklas.
Voordat een kind kan worden aangemeld bij de Plusklas, vindt een traject plaats. Op school wordt door de leerkracht aan het kind verrijking en verdieping van de leerstof aangeboden. Daarnaast kan er, áls er vragen zijn over de opbouw van het IQ, een intelligentietoets worden afgenomen door KlaaRR. Als de leerkracht(en) en de intern begeleider denken dat de Plusklas voor het kind een goede extra aanvulling is naast de leerstof die op school wordt aangeboden, kan het kind worden aangemeld. Een belangrijke voorwaarde voor deelname aan de Plusklas is dat de leerling zelf gemotiveerd is, dat de leerling gericht is op ontdekken en uitzoeken, dat de leerling eigenaar wordt van zijn/haar eigen leren en vooral leert leren. Of de leerling uiteindelijk toegelaten wordt tot de Plusklas bepaalt de toelatingscommissie. De Plusklas is één dagdeel per week. Het kind is dat dagdeel niet in de eigen klas aanwezig. Naast de Plusklas hebben we ook Ambulante Begeleiding van Laika. Laika is voor de leerkracht die een leerling in de groep heeft die meer of een andere uitdaging nodig heeft maar niet direct ook behoefte heeft aan de Plusklas. Samen met de ambulant begeleidster van Laika wordt gekeken wat een passend onderwijsaanbod kan zijn. (zie ook Protocol meerbegaafheid 2019)
Remedial teaching en bijles onder schooltijd
Als leerlingen in de vorm van remedial teaching extra hulp buiten school krijgen, gebeurt dat in principe niet onder schooltijd, tenzij daarover overlegd is tussen de leerkracht, de ouders en de buitenschoolse hulp. De directeur besluit over de extra hulp onder schooltijd.
Websites leerlingzorg:
www.swvwaterland.nl
www.klaarr.nl
www.passendonderwijs.nl
Schoolondersteuningsprofiel (SOP)
Rol samenwerkingsverband en school
Om ervoor te zorgen dat alle kinderen een passende plek krijgen, hebben scholen
regionale samenwerkingsverbanden gevormd. In deze samenwerkingsverbanden
werken het regulier en het speciaal onderwijs samen. De scholen in het
samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en
ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen
een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Ook maakt het
samenwerkingsverband afspraken met de gemeenten in de regio over de inzet en
afstemming met jeugdhulpverlening.
Voor het volledige document zie onderstaande link
POS Schoolondersteuningsprofiel (SOP) PO Waterland (op maat) 2023-2024